Willemstad – Stichting Slachtofferhulp Curaçao heeft in samenwerking met haar Aliansa, bestaande uit 18 gelieerde instanties, afgelopen donderdag een persconferentie gegeven. De bijeenkomst had tot doel zo breed mogelijk het reilen en zeilen per organisatie te bespreken, waarbij zogenaamde verbeterpunten aan de orde zijn gekomen.
Advertentie
De 18 rganisaties, waaronder Skuchami, Yuda bo yu, Fundashon Bos di Hubentut en Nos t’ei pa otro, werken samen met vertegenwoordigers van de vier ministeries van Gezondheid, Milieu en Natuur; Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn; Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport en het ministerie van Justitie.
Het doel is om een nationaal plan in werking te zetten, waardoor efficiënter en meer resultaatgericht kan worden samengewerkt.
,,Er kwamen drie actiepunten uit de bijeenkomst naar voren”
, legt Daira Pas-Leer, een van de drie leden van de alliantie en directeur van Stichting Slachtofferhulp, uit.
Het eerste punt betreft de wens een centraal meldpunt voor registratie te starten.
Tot op heden vindt de aanmelding van een slachtoffer verspreid over de verschillende instanties plaats.
,,Het lastige is dat slachtoffers van instantie naar instantie gaan. Iedere instantie registreert de persoon opnieuw, waardoor overlap plaatsvindt, hetgeen de efficiency niet ten goede komt en de hulp aan een slachtoffer versnipperd wordt geboden.”
Het tweede punt dat naar voren kwam is de methodologie.
Tijdens de bijeenkomst bleek dat elke instantie een zelfde soort stappenplan voor hulp aan slachtoffers nodig heeft, een soort format, zodat een uniform plan van aanpak kan worden geleverd.
Het derde punt betreft het strafrecht.
Er bestaat op Curaçao nog geen jurisprudentie betreffende huiselijk geweld.
Deze bestaat wel in de Verenigde Staten en in Nederland.
,,Wij willen dan ook dat de persoon die het ministerie van Justitie binnen onze commissie vertegenwoordigt zal spreken met zijn achterban in de regering, opdat hopelijk in de toekomst eveneens op Curaçao een wetgeving met betrekking tot huiselijk geweld tot stand kan komen”, aldus Pas- Leer.
In de commissie zou ook het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport vertegenwoordigd moeten zijn.
,,Wij zijn afgelopen 25 november officieel als commissie gestart en geïnaugureerd door de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, Jeanne- Marie Francisca. Jammer genoeg heeft het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport nog steeds geen lid voor deze commissie geleverd, terwijl, gezien de afgelopen gewelddadigheden op scholen van de afgelopen weken, een afgevaardigde meer dan gewenst is”, zo voegt Pas-Leer eraan toe.
Naschrift
Aliansa: Vinger aan de pols
Willemstad – Aliansa, het overkoepelend orgaan van stichtingen die opkomen voor slachtoffers van geweld, houdt een vinger aan de pols bij de totstandkoming van het nationale plan van aanpak om geweld te bestrijden. Dat heeft Jeanne Henriquez van Aliansa tegenover deze krant verklaard. De verwachting is dat het nationale plan nog vóór het einde van het jaar wordt opgesteld. De commissie die het nationale plan moet opstellen valt onder de verantwoordelijkheid van minister Jeanne- Marie Francisca van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, SOAW, en wordt voorgezeten door Yadira Hasselmeyer van het ministerie. Volgens Henriquez is de hulpverlening aan slachtoffers van geweld en huiselijk geweld gebaat bij een centrale aanpak van de hulpverlening en een integraal plan van aanpak van de ministeries van Onderwijs, Justitie, Gezondheid en Sociale Ontwikkeling. De hulpverlening schiet tekort als er vanuit scholen geen goede opvang geboden, waarin er aandacht is voor bijvoorbeeld de opvoeding en seksualiteit. Ook moeten de ministeries om het nationale plan van aanpak te realiseren, geld hiervoor beschikbaar stellen. Maar vooralsnog is er volgens Henriquez nog geen geld hiervoor vrijgemaakt.
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie