Amerikanen doen werk van Curaçaoënaars
WILLEMSTAD — Lokale uitzendkrachten die te werk worden gesteld op het terrein van de Curaçao Refinery Utilities (CRU), die de BOO-energiecentrale beheert, voelen zich achtergesteld.
Volgens hen verkiest de CRU buitenlandse werknemers boven hen.
Deze Amerikaanse arbeiders verrichten dezelfde werkzaamheden als de Curaçaoënaars, maar schijnen bedragen tussen de 200 en 300 gulden per uur te ontvangen, terwijl het lokale personeel daarmee vergeleken een schijntje verdient, namelijk 15 gulden per uur.
Het bestuur van vakbond SGTK heeft hierover vanochtend vergaderd en eist opheldering van de CRU-directie.
Volgens SGTK-voorzitter Alcides Cova zou er sprake zijn van een toko-den-toko bij CRU. Er gaan geruchten dat president-commissaris Oswald van der Dijs via zijn uitzendbureau deze Amerikanen naar Curaçao haalt.
Eerder werd gezegd dat hij aan het hoofd zou staan van Pepmis, een bedrijf dat technisch personeel te werk stelt en adviezen geeft.
Van der Dijs ontkent banden te hebben met Pepmis.
Cova: “Ons maakt het niet uit of Van der Dijs of een ander deze buitenlandse werknemers binnenhaalt. Het gaat ons erom dat lokale werknemers aan de kant worden gezet. De Amerikanen voeren precies hetzelfde werk uit als onze mannen. Wij hebben alle functies in huis. Daarom vermoeden we dat er andere belangen een rol spelen.”
Ook hij vermoedt dat een hooggeplaatste via de uitzendconstructie wordt bevoordeeld. “Je zou kunnen zeggen dat er sprake is van toko-dentoko.”
De vakbond heeft deze dubieuze gang van zaken bij minister van Arbeid, Hensley Koeiman (MAN), aangekaart. Tot op de dag van vandaag is hij hier niet op teruggekomen.
De vakbond eist nu opheldering van de directie van CRU, al vindt Cova dat de overheid hier tegen moet optreden.