Brief van de hoofdredactie
Een storm van epische omvang, typeerde premier Mark Rutte de verwoestende kracht van orkaan Irma die over Sint-Maarten en andere Caribische eilanden trok.
Wellicht iets te hoog gezocht in het register van apocalyptische omschrijvingen, maar verwoestend was deze storm zeker. Een storm die door weervoorspellers was aangekondigd en waar iedereen zich enigszins op kon voorbereiden, maar tegen zijn meteorologische kracht bleek niets opgewassen.
Dat gold ook voor onze hypermoderne communicatiemiddelen. Telefoon-verbindingen, televisie, radio, sociale media, zelfs satellietcommunicatie met het eiland viel uit, dagenlang. Ook al hadden we ons als krant voorbereid op de nieuwsvoorziening over deze storm, toen deze over het eiland raasde en vernielingen aanrichtte, was communicatie met Sint-Maarten vrijwel niet mogelijk.
Gelukkig beschikken wij sinds een half jaar over een correspondent op de Nederlandse Antillen, Dick Drayer, terwijl op de redactie ook een paar ervaren Antillen-deskundigen rondlopen. Drayer is ook correspondent voor de NOS. Hij wist een plekje te bemachtigen op Zijner Majesteits Pelikaan, het speciale ondersteuningsvaartuig van de Koninklijke Marine voor het Caribisch gebied. Het lag de afgelopen dagen in de haven bij de hoofdstad Philipsburg of buitengaats. Het schip kon mariniers, reddingsmiddelen en noodvoorraden aan land brengen. En Dick Drayer.
Moeilijke beslissing
Het voordeel voor hem was dat hij op het schip via de marine beschikte over de meest actuele informatie over de situatie op het eiland en – vooral – over communicatiemiddelen om zijn verhalen voor de NOS en voor Trouw verhalen door te geven. Zo konden wij op donderdag en vrijdag openen met verhalen die onder andere door hem waren geschreven. Hij bleef in de afgelopen dagen ook op het schip, vanwege zijn persoonlijke veiligheid, slaapplek en vooral ook de beschikbaarheid van communicatiemiddelen. In Nederland bereidt Trouw-redacteur Hans Marijnissen zich voor op zijn vertrek naar Sint-Maarten, als extra ondersteuning.
Bij stormen en rampen is het altijd weer de vraag of en wanneer je een verslaggever stuurt. Soms lijkt het ernstig te worden, maar valt het mee, soms is het andersom. Het is hoe dan ook ondoenlijk altijd ter plekke te zijn. Zelfs als er grote kans bestaat op een ramp, maken we om die reden de daadwerkelijke keuze over afreizen vaak achteraf, als de impact echt duidelijk is.
Zo vroegen we na de orkaan bij Houston, die vooral vanwege de zware regenval veel ernstiger uitpakte dan verwacht, onze Mexicaanse correspondent Albert-Jan Hootsen naar de rampgebieden in Texas te vertrekken. Onze correspondent in India Alleta André vroegen we hetzelfde voor de ondergestroomde gebieden in India en Bangladesh, maar zij kon op dat moment niet. Inmiddels hebben we onze correspondent Ate Hoekstra gevraagd af te reizen naar de vluchtende Rohingya aan de grens met Burma. Die verhalen komen nog.
Bij stormen en rampen is het altijd weer de vraag of en wanneer je een verslaggever stuurt.
Het nietige Sint-Maarten was vermoedelijk buiten beeld gebleven als het niet tot het Nederlandse koninkrijk zou behoren. Dan hadden we aan de hand van persbureaus berichten geplaatst. Het feit dat het eiland nauw verbonden is met Nederland was voor ons aanleiding, net als voor andere media, niet alleen onze correspondent alvast in de buurt te krijgen, maar ook zodra het mogelijk is een extra verslaggever te sturen. Zo kunnen we ruim aandacht besteden aan Sint-Maarten.
Bron: Trouw