DEN HAAG — Minister Ronald Plasterk twijfelt of de beslissing om subsidie te verlenen aan de Jellinek Retreat Curaçao goed is geweest. Maar het plan voldeed destijds wel aan de gestelde voorwaarden en van een terugvordering van de 600.000 euro aan subsidie is daarom geen sprake, aldus de minister.
door correspondent
Otti Thomas
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft dit mede namens het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid in antwoord op vragen van zijn partijgenoten Leo Bouwmeester en Pierre Heijnen, beiden Tweede Kamerlid voor de PvdA.
De partij heeft geregeld aangegeven dat de kliniek een te kleine bijdrage levert aan de lokale economie en drugsproblematiek, hetgeen in strijd zou zijn met de subsidie-voorwaarden van het Plan Samenwerking Nederlandse Antillen (PSNA).
In augustus vorig jaar kwam daar nog kritiek bij van verzekeraar DSW, die stelde dat de verslavingszorg te duur was.
In februari van dit jaar werd vervolgens bekend dat Jellinek Retreat haar deuren voor onbepaalde tijd heeft gesloten.
“Er is bij mij gerede twijfel of dit achteraf gezien een verstandige subsidie was”
, schrijft Plasterk nu.
“Een andere aanwending van deze middelen, bijvoorbeeld ten behoeve van sociale projecten, had naar mijn inschatting waarschijnlijk een groter direct nut gehad voor de lokale Curaçaose bevolking.”
Hij voegt daaraan toe dat een kliniek voor lokale verslaafden niet perse meer kans van slagen had gehad dan een organisatie voor de behandeling van buitenlanders.
“Dit hangt namelijk van tal van factoren af op zowel Curaçao als daarbuiten, zoals marktomstandigheden, concurrentieverhoudingen en zorgvergoedingssystemen.”
Plasterk schrijft ook dat de ervaring met de Jellinek Retreat leert dat er in de samenwerking binnen het Koninkrijk veel nadruk moet liggen op duurzaamheid, zoals ook bleek uit de tussenevaluatie van de projecten die nog lopen.
“De behoeften van de lokale bevolking staan bij de opzet van de samenwerkingsprogramma’s, in nauw overleg met de eilandsbesturen, altijd voorop.
Op die behoefte wordt ingezet zowel door middel van sociale projecten als door in te zetten op verbetering van onder andere het bestuur, het onderwijs, de veiligheid, de economie en de overheidsfinanciën”
, aldus Plasterk.
Subsidie
Bouwmeester en Heijnen wezen ook op de beslissing van Nederlandse verzekeraars om behandelingen in Jellinek Retreat niet langer te vergoeden, een besluit dat mogelijk samenhangt met de voorlopige sluiting.
“Deelt u de mening dat het onverstandig was om een project, waarvan het succes grotendeels gebaseerd was op een dergelijke onzekere factor, in aanmerking te laten komen voor Nederlandse subsidie”
, vroegen ze.
Maar volgens Plasterk voldeed de kliniek aan alle voorwaarden.
“In het ondernemersvoorstel ten behoeve van de aanvraag van de PSNA-subsidie zijn de mogelijkheden voor Nederlandse cliënten, om via hun zorgverzekering in aanmerking te komen voor een gedeeltelijke vergoeding van de gemaakte kosten, meegenomen. Ik leid daaruit af dat dit geen onzekere factor is geweest”
, schrijft hij. De subsidie zal hoe dan ook niet worden teruggevorderd, omdat het subsidie-traject in april 2011 werd beëindigd.
Plasterk verwijst verder naar vergelijkbare subsidieprogramma’s in andere landen, waarbij het vaker voorkomt dat nieuwe bedrijven en organisaties hun activiteiten staken na afloop van de subsidieperiode.
“Dat is een ingecalculeerd risico dat de Staat loopt bij dergelijke subsidieprogramma’s. De ondernemingsvoorstellen herbergen per definitie een verhoogd risico.”