Tussen 50 en 100 meter diepte
WILLEMSTAD — Tijdens duiken met de Curasub van Substation Curaçao, met wetenschappers van het Smithsonian Institution aan boord, zijn er vorig jaar voor het eerst meerdere levende exemplaren van een heremietkreeftsoort (Pylopagurus discoidalis) opgezogen in de territoriale wateren rond Curaçao.
De kreeftjes, slechts bekend van gedroogde exemplaren meer dan een eeuw oud, zijn vervolgens door de wetenschappers naar de VS meegenomen waar zij nu in aquaria leven.
De unieke vondst werd wereldnieuws nadat LiveScience. com een artikel hierover had gepubliceerd dat door Yahoo News werd overgenomen.
Het Smithsonian werkt samen met de Substation binnen het zogenoemd ‘Deep Reef Observation Project’.
“De reden dat het nu pas door de wetenschappers naar buiten is gebracht, is omdat men natuurlijk eerst grondig onderzoek moest doen naar de soort.
Het gebeurt vaak dat we tijdens duiken beestjes opzuigen die naar verhouding zo klein zijn en waarvan de wetenschappers ook niet onmiddellijk de soort herkennen. Pas aan wal wordt ontdekt men dat het om een uitzonderlijke soort gaat waarop deze verder onderzocht moet worden”
, aldus de marketingmanager van de Substation, Barbara van Bebber. Scharen Zoöloog Rafael Lemaitre van het National Museum of Natural History van het Smithsonian in Washington DC bevestigt dat dit de eerste beelden zijn van de soort levend.
“Net zoals andere heremietkreeften, leeft deze diersoort in schelpen afkomstig (geproduceerd door) van andere dieren, voornamelijk weekdieren.
Ze moeten hun schelp zorgvuldig kiezen om hun ‘buisvormige’ lichaamsvorm daarin te kunnen huisvesten.
Het meest opvallende kenmerk van het dier zijn de scharen, een schildachtig gevormd aanhangsel, dat gebruikt wordt om de schelp geheel af te sluiten wanneer ze zich gealarmeerd voelen.
Ook de achterkant van de schelp kan door de heremietkreeft worden afgesloten met hun staartachtige uiteinde van het lichaam’
, aldus Lemaitre.
DNA-onderzoek
De dieren zijn op een diepte tussen 50 en 100 meter gevonden. Lemaitre licht toe dat het Deep Reef Observation Project een ‘bijzondere en unieke gelegenheid biedt voor taxonomen (hiërarchisch ingedeelde ordening van dieren) om ‘live’ soorten te observeren die zij slechts van gepreserveerde, kleurloze exemplaren van museum collecties kenden’.
“We weten nog heel weinig over de biologie van deze soorten, behalve dat ze bestaan en waar ze voorkomen. Helaas is dit het geval met een meerderheid van ongewervelde diersoorten”
, aldus Lemaitre.
Nadat er een aantal heremietkreeftjes doodgingen, is er DNA afgenomen dat nu onderzocht wordt om inzicht te krijgen in hun historische evolutie.