30 C
Willemstad
• woensdag 24 april 2024 19:32

Vragen omtrent belangen advocatenkantoor

Vragen omtrent belangen advocatenkantoor HBN Law
Vragen omtrent belangen advocatenkantoor HBN Law

WILLEMSTAD — Sinds het traject door de overheid is ingezet om tot herziening van de bestemming van de gronden van Oostpunt te komen, worden er aanhoudend vragen gesteld door belanghebbenden over mogelijke belangenverstrengeling van het advocatenkantoor HBN Law in deze kwestie. Uit het ‘Beslisdocument’ van de VVRP-minister inzake de herziening van de bestemming van Oostpunt, blijkt dat de minister zich heeft laten adviseren door HBN Law, de ‘projectcommissie’ en de ‘commissie Oostpunt’. Het advocatenkantoor vertegenwoordigt zowel het Land in rechtszaken als cliënten die tegen het Land ageren.

Zoals bekend worden de eigenaren van Oostpunt, de erven Maal, al jarenlang vertegenwoordigd door advocaat Robert Blaauw van het bewuste advocatenkantoor. Behalve dat hij de familie Maal gedurende het jarenlange juridische getouwtrek met de overheid om tot ontwikkeling van Oostpunt over te mogen gaan juridisch heeft bijgestaan, maakt hij ook deel uit van de zogenoemde ‘projectcommissie’, die vanaf de schikking op 25 augustus 2010 tussen de overheid en de erven Maal is ingesteld. Deze wordt gevormd door zowel een vertegenwoordiging van overheidsexperts als een vertegenwoordiging van de familie Maal. De overheid heeft eerder laten weten dat de projectcommissie belast was met ‘de voorbereiding, begeleiding en de opmaak van planologische voortrajecten voor de herziening van de bestemmingsvoorschriften in het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) voor Oostpunt’.

De belanghebbende partijen (veelal milieu-organisaties) menen dan ook dat er sprake is van belangenverstrengeling, aangezien de advocaat van de familie Maal werkzaam is bij het voornoemde advocatenkantoor, dat tevens het VVRP-ministerie van juridisch advies voorziet. Gesteld wordt dat de belangen niet parallel kunnen lopen, aangezien de familie Maal en de overheid juist over dit onderwerp al jaren een juridische strijd hebben gevoerd. Er kan in een dergelijke situatie niet worden uitgesloten dat het winstoogmerk van de eigenaren/ontwikkelaars zal prevaleren, ten koste van de belangen van de overheid. Zoals bekend heeft het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) een ‘Beslisdocument’ geformuleerd, waarin de overheid een standpunt inneemt inzake de ontwikkeling van Oostpunt. Het document is inmiddels door de Raad van Ministers (RvM) goedgekeurd. Verschillende belanghebbende partijen, die eerder gedurende de ‘zienswijze-procedure’ hun bezwaren hebben ingediend tegen de door de overheid gepresenteerde plannen, menen dat in het bewuste ‘Beslisdocument’ voornamelijk de adviezen van de projectcommissie zouden prevaleren.

Zo wordt er gewezen op een passage van de VVRP-minister in het ‘Beslisdocument’, waarin de opinie van HBN Law mee wordt genomen in de ‘beschouwing van de VVRP-minister’. Hieruit blijkt dat de minister zich zowel door het advocatenkantoor heeft laten adviseren als door de projectcommissie waar Blaauw zitting in heeft. De bewuste passage heeft betrekking op het eerste ingediende bezwaar, dat als onderwerp heeft de door de overheid gehanteerde ‘zienswijze-procedure’ en de inspraakmogelijkheden van de belanghebbenden/burgers daarop.“Voorts verwijst de minister naar opinies van de jurist van het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, van HBN Law en de sectordirecteur van Algemene Zaken (bijlage 11)”. Inmiddels hebben verschillende organisaties tevens aangegeven de bijlagen van het Beslisdocument, waar herhaaldelijk aan gerefereerd wordt, nooit te hebben ontvangen, waardoor de achterliggende motivering van de door het ministerie genomen beslissing om het EOP voor Oostpunt te herzien, als ‘niet transparant’ wordt omschreven.

De vraag rijst dan ook in welke mate de adviezen van bijvoorbeeld raadsheer Blaauw en de Nederlandse consultant Myra Jezek, die beiden namens de familie Maal deel uitmaken van de ‘projectcommissie’ (dit conform de afspraken in de ‘Vaststellingsovereenkomst’, de schikking tussen de erven Maal en de overheid), in het ‘Beslisdocument’ zijn meegenomen en wat het aandeel was van deze twee commissieleden in de formulering van het document. In dit document neemt de overheid immers een standpunt in over de bestemmingswijziging van Oostpunt. De belanghebbende organisaties stellen in het Beslisdocument niets terug te kunnen vinden van de adviezen van de commissie Oostpunt, welke als taak had een advies aan de overheid uit te brengen na de behandeling van de verschillende ‘zienswijzen’ (bezwaren). Zo rijst onder andere ook de vraag in hoeverre de adviezen die door de overheid zijn overgenomen het publiek/algemeen belang dienen, waarbij gewezen wordt op het feit dat de overheid naar kostenminimalisering voor het Land hoort te streven en bijvoorbeeld naar de bescherming van de aanwezige natuurlijke hulpbronnen van Curaçao voor toekomstige generaties.

Meerdere experts op juridisch gebied hebben tegenover de Amigoe verklaard dat de advocatuur zich niet ‘van twee heren kan bedienen’ en dat in ‘omvangrijke en delicate kwesties’, vergelijkbaar met de kwestie-Oostpunt, ‘het vrijwel onvermijdbaar is dat collega’s binnen een kantoor kennis van elkaars dossiers opdoen’. In dit kader wordt dan ook op het belang van naleving van de gedragsregels, zoals die door de Orde van Advocaten zijn omschreven, gewezen. Het advocatenkantoor HBN Law vertegenwoordigt op dit moment zowel het Land in rechtszaken, als cliënten die tegen de overheid rechtszaken voeren. Dit vloeit voort uit een overeenkomst die nog onder het kabinet-Schotte werd gesloten. Het advocatenkantoor kreeg met deze overeenkomst de functie van ‘Landsadvocaat’. Binnen deze overeenkomst krijgt het kantoor een zogenoemde maandelijkse ‘retainer-fee’, een vast maandelijks bedrag voor juridische bijstand. Zo werden de resultaten van het onderzoek naar de lopende contracten van de overheid door overheidsaccountantsbureau Soab begin vorig jaar bekendgemaakt

De meerderheid van de 133 lopende contracten bleek na 10-10-’10 te zijn afgesloten. Soab had voor juridische bijstand vijf contracten ontvangen, verdeeld over de ministeries BPD, AZ, OWCS en VVRP. Deze contracten kosten 110.400 gulden per maand en op jaarbasis 1.324.800 gulden, en lopen tot 2013/2014, aldus de overheidsaccountant. “Sommige contracten zijn voor alle juridische dienstverlening benodigd voor bovengenoemde ministeries, waarbij de werkzaamheden onder meer ook ‘juridische dienstverlening aan betrokken minister bij een relevante overheidsvennootschap of stichting’ zijn. In deze contracten is een bepaling opgenomen dat bij tussentijdse beëindiging, niet zijnde wegens toerekenbaar niet nakomen van het advocatenkantoor, een beëindigingsvergoeding geldt, die gelijk is aan een vergoeding van twaalf maanden.” Soab concludeerde dan ook dat deze contracten niet op korte termijn konden worden opgezegd, ‘waardoor er op deze overheidskosten geen besparing valt te behalen’.

Zoals uitvoerig belicht, is er ook veel weerstand geweest van verschillende particulieren en organisaties tegen de door de overheid gehanteerde ‘zienswijze-procedure’. Deze werd in plaats van de gebruikelijke bezwaar- en beroepschriftenprocedure gehanteerd, waarmee burgers tegen voorgenomen herzieningen van het EOP in verweer kunnen gaan. Onder andere de natuurorganisaties Amigu di Tera en Defensa Ambiental hebben in het verleden herhaaldelijk gesteld ‘niets te zien in de zogenaamde ‘zienswijze-procedure’. Volgens de organisaties zou deze onwettig zijn, waarmee de inspraak van de burgers door de overheid ingeperkt zou worden. “De bevolking heeft conform de wet recht op een bezwaarprocedure”, aldus de organisaties eerder. Gewezen wordt op het feit dat het VVRP-ministerie ten tijde van dit traject al de retainer fee-overeenkomst had lopen met het advocatenkantoor en dat hier sprake van was toen de ‘omstreden procedure werd ingesteld’. In de Vaststellingsovereenkomst, die op 25 augustus 2010 getekend werd, kwam de overheid ook overeen om het wettelijk voorgeschreven traject van herziening ofwel bestemmingswijziging van de gronden – met inachtneming van de toepasselijke wettelijke formaliteiten – ‘met de grootst mogelijke voortvarendheid voort te zetten’. “Het Eilandgebied (het Land) zal in het bijzonder met betrekking tot de bezwaar- en beroepschriftenprocedure, indien de voortvarendheid van de afhandeling dan wel extra deskundigheid dit vereist, zich doen bijstaan door het vermelde onderzoeksbureau al dan niet geassisteerd door een zogeheten ‘technische bijstander’.”

Reactie HBN Law

Advocaat Blaauw gaf gisteren aan niet te willen reageren, maar een ingezonden brief naar deze krant te willen sturen. De raadsheer van HBN Law Eric de Vries gaf in zijn reactie te kennen dat het advocatenkantoor per definitie
geen uitspraken doet over wie wel of niet door HBN Law juridisch vertegenwoordigd wordt. “We geven dus absoluut geen informatie, noch aan de pers noch aan derden, over relaties. De relatie tussen advocaat en cliënt is een vertrouwelijke waar geheimhouding voor geldt en blijft als zodanig strikt tussen deze twee partijen”, aldus De Vries, die in algemene zin toevoegt dat er op het eiland ‘te veel discussies worden gevoerd gebaseerd op geruchten, waarbij
de vorm vaak centraal staat’. “Het gaat dus niet om de vorm maar om de inhoud.”

Gedragsregels Orde van Advocaten

Op de website van de Orde van Advocaten, waarop ook de gedragsregels voor advocaten geformuleerd staan, valt onder de zesde regel het volgende te lezen: “De advocaat mag zich niet met de behartiging van de belangen van twee of meer partijen belasten indien de belangen van deze partijen tegenstrijdig zijn of een daarop uitlopende ontwikkeling aannemelijk is; De advocaat die gemeend heeft de belangen van twee of meer partijen te kunnen behartigen is verplicht zich geheel uit de zaak terug te trekken zodra een belangenconflict tussen zijn clienten de juiste behartiging van de belangen van één hunner in gevaar brengt; Van de advocaat, die in een bepaalde zaak de belangen van twee of meer partijen heeft behartigd, mag in het algemeen worden verwacht dat hij niet in deze zaak of in voortzetting daarvan zal optreden tegen de partij of partijen, wier belangen hij behartigd of mede-behartigd heeft; Het bepaalde in de voorgaande leden geldt ook voor advocaten behorende tot hetzelfde samenwerkingsverband”, aldus de Orde van Advocaten over dit onderwerp.
Bron: Amigoe

Gearchiveerd als

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Lees ook

Meer recente reacties