WILLEMSTAD — De rechter heeft onlangs de van poging tot doodslag en mishandeling beschuldigde dertigjarige vrouw J.M., ontslagen van alle rechtsvervolging. Rechter Irma Lips is het met de advocaat van de vrouw, Simona La Fleur, eens dat ze op 27 december vorig jaar genoodzaakt was zich te verdedigen tegen haar mishandelende echtgenoot S. de W., werkzaam bij de Landelijke Beveiligingsdienst (LBD). La Fleur heeft tijdens de behandeling van de zaak een beroep gedaan op noodweerexces.

De officier van justitie begrijpt haar handelingen na de mishandeling, maar is ook van mening dat M. de grenzen heeft overschreden.
De verklaringen van de vrouw en het slachtoffer lopen sterk uiteen en er waren op die dag geen getuigen in de woning aanwezig.
Volgens de echtgenoot werd hij zonder directe aanleiding gestoken, maar M. beweert dat ze hiervoor door de man werd mishandeld.
Ook uit een medische verklaring is duidelijk geworden dat de vrouw diverse verwondingen vertoonde die naar het oordeel van de arts door mishandeling zijn veroorzaakt.
De rechter acht op grond hiervan de verklaring van M. geloofwaardig en niet die van het slachtoffer.
Ze werd door hem geslagen, vastgehouden, gewurgd, gebeten en tegen een tafel geduwd en kon geen kant op.
In een poging de aanval te stoppen heeft de verdachte een mes gepakt en haar man hiermee gestoken in zijn (onder) buik en borst.

Toch is de rechter van mening dat ze een te zwaar middel heeft gekozen en zodoende de grenzen heeft overschreden.
Volgens de rechter kon ze het ook alleen bij bedreiging met het mes laten en daarom werd ze schuldig bevonden aan mishandeling met een wapen.
Maar de rechter overweegt ook dat M. diverse keren heeft verklaard dat ze door de aanval annex verwurging hevige gevoelens van angst kreeg.
Zij heeft zelfs om haar leven gesmeekt.
Bovendien was dit niet de eerste keer dat het slachtoffer haar aanviel.

M. heeft eerder op 9 februari en 24 februari aangifte gedaan tegen de LBD’er en besloot die dag de mishandelingen niet meer te pikken.
Volgens de rechter slaagt dus het beroep op noodweerexces en heeft zij M. ontslagen van alle rechtsvervolging.