Camelia-Römer: Tijdsdruk ondergeschikt aan zorgvuldigheid onderzoek
Willemstad – ,,Het is belangrijk dat het onderzoek naar korpschef Marlon Wernet goed gedaan wordt, de commissie doet haar uiterste best het zo snel mogelijk af te ronden en kiest daarbij voor zorgvuldigheid, de tijdsdruk is daaraan ondergeschikt.”
Advertentie
Dat verklaarde Suzy Camelia- Römer op de vraag of het de commissie zou lukken om het onderzoek binnen de zes weken af te ronden, nadat het gisteren bekend werd dat de rechtszaak van de geschorste korpschef Wernet in afwachting van het onderzoek wederom met zes weken was uitgesteld. Wernets raadsman Wilfred Fortin vindt het onbegrijpelijk dat er wederom uitstel is gevraagd. ,,De regering kan de korpschef niet zeven maanden lang uit zijn functie houden zonder daarbij te zeggen wat zij concreet tegen mijn cliënt heeft. Wij hebben niks te verbergen, er zijn géén concrete beschuldigingen.” Volgens Fortin zijn er tot nu toe ‘vage beschuldigingen’ tegen zijn cliënt. De raadsman spande namens zijn cliënt een bodemprocedure en een kort geding aan. ,,Een bodemprocedure kan maanden, zo niet jaren duren. Daarom is er gekozen om ook een kort geding te voeren om de schorsing van mijn cliënt ongedaan te krijgen.” Inzet van het kort geding is om de schorsing van de korpschef in afwachting van de bodemprocedure op te schorten. Fortin vreest de persoonlijke en imagoschade die Wernet ondervindt als gevolg van het feit dat de korpschef vanaf 8 september vorig jaar niet meer op het werk mocht verschijnen. De korpschef mocht lopende het onderzoek naar de zelfmoord van Luigi ‘Pretu’ Florentina, een belangrijke verdachte in de zaak Wiels, vanaf september 2013 niet meer op het werk verschijnen, hierna werd hij geschorst. Camelia-Römer was de voorzitter van de commissie die de omstandigheden onderzocht waarin Florentina overleed. ,,Het onderzoek naar de dood van Florentina staat geheel los van deze zaak”, zo merkt Camelia-Römer op. ,,Bij het onderzoek naar de dood van Florentina zijn wij op bepaalde zaken gestuit die nader onderzocht moeten worden. Wij hebben al 40 mensen gesproken in het tweede onderzoek.” De commissie heeft van de minister drie maanden met een maximum van zes maanden gekregen voor het onderzoek. Volgens Fortin is de rechtbank wederom gezwicht voor de vraag van de raadsman van de regering. De behandeling van de zaak werd in januari voor het eerst uitgesteld.
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie