WILLEMSTAD – Het wrakingsverzoek van het Openbaar Ministerie tegen rechter-commissaris Hans Kroeze is maandag door het Hof afgewezen.
Volgens de wrakingskamer is er geen zwaarwegende aanwijzing dat Kroeze vooringenomen zou zijn in deze zaak.
Wijziging aanvullende voorwaarden
In de koper-helingszaak te Zeelandia zou een verdachte op vrijdag 5 september worden vrijgelaten uit voorlopige hechtenis, maar het OM wilde een aantal extra aanvullende voorwaarden stellen aan die invrijheidstelling.
Zo wilde het OM dat verdachte tot 1 oktober niet naar de bedrijfsvestiging in Zeelandia zou gaan, zonder goedkeuring van het OM. Ook mocht verdachte geen contact hebben met personeel daar.
Gehoord
Rechter-commissaris Kroeze bepaalde daarop dat de verdachte daarover gehoord moest worden en bepaalde de datum daarvoor op de maandag daarop. In een telefonisch onderhoud meldde Kroeze vervolgens dat de verdachte naar zijn bedrijf moet kunnen gaan, dat er geen bewijs is in deze zaak en dat de zaak geen kans van slagen zou hebben omdat het OM de administratie van het bedrijf niet in beslag had genomen.
Oordeel
Het besluit om niet diezelfde dag, maar pas maandag het schorsingsverzoek te behandelen kan volgens de wrakingskamer niet betekenen dat Kroeze vooringenomen is. Immers, de verdachte dient volgens de wet te worden gehoord en dat was vlak voor vijf uur op vrijdag niet meer mogelijk.
Ook de opmerkingen van Kroeze in het telefoongesprek zijn volgens het Hof geen reden om te denken dat Kroeze vooringenomen is. Overweging daarbij is dat die opmerkingen volgens het Hof niets te maken hebben met het nog te nemen besluit of andere voorwaarden na invrijheidsstelling. In verband met voorlopige hechtenis speelt bewijs geen rol, daar gaat het enkel om ernstige bezwaren tegen een verdachte.
Volgens het Hof wilde Kroeze de zaak juist met spoed afhandelen en moeten zijn opmerkingen in dat licht worden gezien.
Lees hier het vonnis: 20140913- wraking rechter Kroeze koperzaak
Bron: Persbureau Curaçao