WILLEMSTAD — Speedy Securlty, het beveiligingsbedrijf van ex-minister van Financiën George Jamaloodín (MFK), verrichtte sind het begin van het Curacan North Sea Jazz Festival (CNSJF) de beveiliging van het festival. Maar in 2014 kreeg het bedrijf de opdracht niet omdat Jamaloodin verdachte was geworden in de zaak van de moord op de politicus Helmin Wiels.

In plaats daarvan kregen drie ex-werknemers van het bedrijf, die inmiddels hun eigen beveiligingsbedrijven hadden opgericht, de opdracht. Twee van deze werknemers hadden twee maanden voor de aanhouding van Jamaloodin tegenover de politie belastende verklaringen over hun baas afgelegd, omdat ze in gewetensnood verkeerden.

Volgens het beveiligingsbedrijf hebben zij leugenachtige verklaringen afgelegd, als gevolg waarvan de directeur verdachte is geworden en zijn zij daarom aansprakelijk voor de schade die het bedrijf lijdt door het mislopen van de opdracht van het CNSJF, een contract van 120.000 gulden.

In een rechtszaak, die al vanaf eind september 2014 loopt, eist Speedy dit bedrag van haar ex-werknemers terug. Want zonder die onrechtmatige handelingen van twee van hen, zou Speedy de opdracht hebben gekregen. De werknemers waren al doende met onderhandelen met de organisatoren van het CNSJF, toen zij hun  verklaringen tegenover de politie aflegden en hadden al in april 2014 een van de beveiligingsbedrijven opgericht. De maand daarop zijn zij naar de politie gestapt.

In juli werd Jamaloodin aangehouden als verdachte in het onderzoek naar de moord op Wiels, aldus de redenatie.  De rechter besliste vorige week in deze zaak dat partijen begin december om de tafel moeten gaan zitten. Speedy moet dan onder meer aangeven hoe ze het bewijs wil leveren dat er een causaal verband is tussen de verklaringen en de aanmerking van de directeur als verdachte en dat deze verklaringen leugenachtig zijn afgelegd. Tevens moet er besproken worden of er een minnelijke regeling mogelijk is.

Geldbedragen

Het gaat onder andere om de verklaringen van de voormalig manager geldtransport. Nadat Jamaloodin in 2012 als minister was afgetreden, moest de manager gedurende anderhalf jaar bijna wekelijks op vrijdag, en soms ook op maandag, bedragen van 25.000 – 30,000 gulden bij de bank ophalen. die niet bestemd waren voor salarisbetalingen.

Dat geld werd door Jamaloodin weer afgegeven aan een man, die later aangehouden werd en gevangen gezet. In plaats daarvan kwam diens broer het geld voortaan ophalen. Daarnaast werd ook veel geld naar het buitenland gebracht, naar verluidt om een bedrijf in Miami op te zetten.

Verder zag de manager veel politici op het kantoor van Speedy Security en heeft hij horen zeggen dat Jamaloodín Speedy wilde verkopen voor 8,4 miljoen gulden. De tweede werknemer in deze zaak had opdracht gekregen te liegen in een rapport dat hij moest maken over de sollicitatie van drie mannen.

Non-actief

Op 5 augustus 2014 kreeg Speedy schriftelijk te horen dat CNSJF het beveiligingbedrijf niet in dienst zou nemen vanwege de verdenkingen jegens Jamaloodin. Vijf dagen daarvoor waren de verklarende manager geldtransport en de bewaker op non-actief gesteld wegens het schenden van hun geheimhoudingsplicht. De beveiliging werd in augustus 2014 door CNSJF vervolgens gegund aan de drie werknemers. Zij betwisten dat hun tegenover de politie afgelegde verklaringen bij de beslissing van het Openbaar Ministerie om Jamaloodin in verband met de moord op Wiels als verdachte aan te merken, van doorslaggevende betekenis zijn geweest. De werknemers hebben in dat verband geweren op een schriftelijke verklaring van die strekking van de zaaksofficier van justitie dat Jamaloodin ook wel als verdachte zou zijn aangemerkt als de werknemers hun verklaringen niet hadden afgelegd.

Geheimhoudingsplicht

Met betrekking tot schending van de geheimhoudingsplicht, stelde de rechter dat het geen misstand binnen de organisatie betrof, maar een moord op een politicus. Meldingen met het oog op de opsporing behoren bij uitsluiting bij de politie te worden gedaan. Bovendien betrof de verdenking in dit geval niet zomaar een medewerker van de organisatie, Jamaloodin. Melding bij hem had niet voor de hand gelegen.

Gewetensnood

Uit de verklaringen van de ex-werknemers blijkt dat zij zich uit gewetensnood tot de politie hebben gewend, toen zij in het gedrag van hun (feitelijke) baas, in het licht van de moord op Helmin Wiels, dingen waarnamen waar ze grote vraagtekens bij zetten. Dat levert volgens de rechter niet alleen geen onrechtmatige daad op, maar ook geen wanprestatie. Gedaagden hebben in dit verband overigens met recht gewezen op hun aangifteplicht ex artikel 198 Wetboek van Strafvordering.

Concurrentie

Of de ex-werknemers Speedy concurrentie hebben aangedaan, en zoja, of die concurrentie al dan niet oneerlijk was, kan hier in het midden blijven, aangezien het causale verband tussen die concurrentie en de schade die Speedy stelt te hebben geleden, ontbreekt. Speedy was het contract met het CNSJF immers sowieso kwijt, niet vanwege die concurrentie, maar vanwege het feit dat Jamaloodin onderwerp was geworden van een strafrechtelijk onderzoek.

Om die reden doet ook niet ter zake of de werknemers al dan niet nog tijdens hun dienstverband, bezig zijn geweest met het oprichten van een eigen bedrijf. Dit alles staat niet in causaal verband met eventuele schade die Speedy lijdt. Die schade is uitsluitend veroorzaakt door het besluit van de organisatie van het CNSJF om de om de opdracht tot beveiliging voor 2014 aan Speedy te
onthouden, aldus het vonnis.

Bron: Amigoe