Willemstad – De zaak van de gepensioneerden van de Koninklijke Marine tegen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is nog niet afgelopen.
Advertentie
Dat laat SVB weten in reactie op het eerder door deze krant geplaatste artikel dat de gepensioneerden de zaak hadden gewonnen.
Eerder liet raadsvrouw Olga Saleh-Kostrzewski die namens de gepensioneerden van de Koninklijke Marine optreedt, weten dat laatstgenoemden een zaak hadden aangespannen tegen de verzekeringsbank omdat die geweigerd had om hun ontheffing te verlenen van de toepassing van de Landsverordening basisverzekering ziektekosten. Tijdens de rechtszaak werd onder andere aangevoerd dat de SVB bij het nemen van de beslissing van het weigeren van de ontheffing helemaal geen rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden.
De advocate liet weten dat haar cliënten de zaak hadden gewonnen.
Nu laat SVB in een reactie echter weten dat de bestreden beschikking vernietigd werd omdat eisers, in dezen de gepensioneerden, niet gehoord zijn, ‘ondanks hun uitdrukkelijk verzoek daartoe, terwijl daarnaast eisers in de gelegenheid hadden dienen te worden gesteld om aan te tonen dat zij al dan niet verzekerd zijn, en dat zulks strijd oplevert met het zorgvuldigheidsbeginsel’.
Volgens de SVB is de beschikking enkel vernietigd vanwege het niet horen van de gepensioneerden van de Koninklijke Marine en het niet voldoende motiveren daarvan en dus niet omdat, zoals door Saleh- Kostrzewski eerder werd aangevoerd, SVB ongelijk heeft.
,,Het gerecht stelt in haar vonnis ‘loud and clear’ het navolgende: ‘Het gerecht ziet aanleiding (…) nog op te merken dat verweerder terecht heeft overwogen dat de Koninklijke Marine niet kan worden aangemerkt als verzekeringsbedrijf (…). De SVB wordt veroordeeld om de proceskosten te betalen en een nieuwe beschikking binnen vier maanden te nemen, met inachtneming van de overwegingen van het gerecht terzake’”, zo stelt de verzekeringsbank in een schriftelijke verklaring.
En tot slot: ,,De conclusie die uit het bovenstaande kan worden getrokken is dan ook, dat de beslissing op zich terecht was; de procedureregels waaraan volgens het gerecht voldaan had dienen te worden, zijn naar het oordeel van het gerecht niet volledig gevolgd, en dat moet nog geschieden, alvorens een nieuwe beslissing kan worden opgesteld. Tegen de uitspraak van het gerecht staat trouwens hoger beroep open binnen zes weken.”
Bron: Antilliaans Dagblad
Advertentie