Officier van Justitie (OvJ) heeft donderdagmiddag het Gerecht verzocht om aanhouding (uitstel) van de rechtszaak tegen de verdachte in de zaak Magnus, de man B. “Nini” F.
Volgens de OvJ is er voldoende bewijs dat F. als tussenpersoon heeft gefungeerd tussen hen die de moord op politicus Helmin Wiels hebben gepleegd en de intellectuele daders.
Zo noemde de OvJ as bewijs onder andere verschillende verklaringen van getuigen, tientallen sms’en en persoonlijke contacten op het kantoor van een verdachte in de zaak Maximus, de man G.J. Dit volgens de OvJ gedurende de periode van januari 2013 tot 4 mei 2013. Op 4 mei stoppen alle contacten en op 5 mei wordt Helmin Wiels vermoord.
Dit zijn volgens de OvJ ernstige verdenkingen. De OvJ vroeg het Gerecht om meer tijd en ruimte om het onderzoek voort te kunnen zetten. De OvJ vorderde aanhouding van de zaak tegen F. met enkele maanden.
De OvJ meent dat eventuele (tijdelijke) vrijlating van F. niet mogelijk zou zijn in verband met de geschokte rechtsorde. Van opheffing van detentie zou geen sprake mogen zijn.
F. werd in de zaak Magnus aangehouden op 20 september 2013. Om deze reden protesteerde de advocaat voor de verdere detentie van haar cliënt. Er zouden onvoldoende ernstige bezwaren zijn voor een verdere detentie.
Het Gerecht zal morgen, vrijdag 8 augustus, de beslissing over het al dan niet aanhouden van de zaak bekend maken. De Rechter zei de tijd te willen nemen voordat hij een beslssing neemt.
Bron: Openbaar Ministerie